Ieder jaar, in het kader van het Compendium voor Kust en Zee, rapporteert het compendiumsecretariaat van het VLIZ in de vorm van een beleidsinformerende nota (BIN) over de huidige stand van het marien onderzoek in Vlaanderen en België. Hierbij worden onder meer de onderzoekscapaciteit, alsook de wetenschappelijke output in kaart gebracht en wordt dieper ingegaan op internationale samenwerkingsverbanden, de geografische focus van het onderzoek en het gebruik van onderzoeksschepen.
Uit de nieuwste inventaris blijkt eens te meer de diversiteit en productiviteit van marien onderzoek in België. Zo zijn er op het ijkpunt (14/10/2020) 117 mariene onderzoeksgroepen (MOGs) geïdentificeerd die jaarlijks rond de 600 peer-reviewed publicaties publiceren. Een wetenschappelijk output die vergelijkbaar is met de grotere mariene instituten in de buurlanden. De voorbije 11 jaar (2008-2019) publiceerden deze onderzoekgsgroepen in bijna 1.300 verschillende tijdschriften en steeg het aandeel aan open access tijdschriften naar meer dan 54%, terwijl dit in 2008 nog 5% bedroeg. De meeste van de Belgische mariene onderzoeksgroepen zijn geaffilieerd aan Vlaamse universitaire associaties (71) en Franstalige universiteiten en hogescholen (32), al tellen de groepen van de Vlaamse en federale wetenschappelijke instellingen doorgaans een groter aantal wetenschappelijke en technische medewerkers. Het zwaartepunt van de expertise van de MOGs situeert zich in de natuurwetenschappen (81 MOGs) en de ingenieurswetenschappen (36 MOGs). Verder zijn de groepen actief in niet minder dan 20 onderzoeksdisciplines, hetgeen de diverse expertise in het mariene onderzoekslandschap in de verf zet.
Het Belgische marien onderzoek is ook sterk internationaal georiënteerd. In bijna 80% van de publicaties vindt het onderzoek buiten het Belgisch deel van de Noordzee plaats en in 74% is er sprake van internationale samenwerking. Deze internationale samenwerking gebeurt voor het merendeel met de buurlanden en de VS, maar het netwerk van onze mariene onderzoekers strekt zich uit tot maar liefst 145 landen. Ook werd in ongeveer 26% van de gevallen (2008-2019) een (onderzoeks)schip ingezet voor de dataverzameling, goed voor een totaal van 281 verschillende (onderzoeks)schepen uit 43 landen.
Met deze jaarlijkse beleidsinformerende nota tracht het VLIZ het marien en maritiem (wetenschaps)beleid, de mariene onderzoeksgemeenschap en andere belanghebbenden en betrokkenen te informeren over het karakter en de evolutie van marien onderzoek in België. Uitleg bij de gehanteerde repliceerbare methodologie vindt u in de nota.
Als u interesse hebt in de ruimere context achter deze cijfers, verwijs ik u door het Indicatorrapport Marien onderzoek en Innovatie van het Compendium voor Kust en Zee 2018 waar deze oefening werd gedaan voor de cijfers uit 2018.
Verder kan u met vragen over deze publicatie steeds terecht bij compendium@vliz.be.