Het Belgisch monitoringsprogramma voor de recreatieve zeevisserij voorziet voor de eerste maal in wetenschappelijk onderbouwde gegevens over deze tot voor kort weinig gekende sector. Het programma voorziet in intensieve veldsurveys en een unieke grootschalige samenwerking met de recreatieve zeevissersgemeenschap. De complexe en geïntegreerde verwerkingsmethoden vormen een dynamisch gegeven en zullen waar nodig op continue basis worden geoptimaliseerd. De unieke Belgische situatie op het vlak van kustlijndimensies (67 km) creëert een uitgelezen opportuniteit tot een brede gebiedsdekkende aanwezigheid van onderzoekers op het terrein van de recreatieve zeevissers, wat het mogelijk maakt de bekomen resultaten te toetsen aan de realiteit. Op deze wijze kan geconcludeerd worden dat, niettegenstaande de huidige analysemethodes niet in steen zijn gehouwen, deze eerste resultaten een betrouwbaar beeld vormen van de recreatieve zeevisserijsector op het vlak van het ruimtegebruik, de ecologische impact en de socio-economische dimensie.
De resultaten geven een unieke kijk op het ruimtegebruik van de recreatieve zeevisserijsector op Belgisch grondgebied, een belangrijk gegeven voor de beleidsmakers en stakeholders betrokken in het mariene ruimtelijke planningsproces en geïntegreerd kustbeheer. De vangstresultaten wijzen op een totale recreatieve aanvoer van zeeproducten in 2018 van 271 ton, waarvan 102 ton grijze garnaal. Naast deze laatste zijn de voornaamste doelsoorten wijting, schar, tong, kabeljauw en makreel. De recreatieve aanvoer vertegenwoordigt 3,7% van de totale aanvoer (commercieel + recreatief) uit het Belgisch deel van de Noordzee. De aandelen in de ‘top 3-soorten’ voor de commerciële visserij, zijnde tong, schol en grijze garnaal, bedragen respectievelijk 1%, <1% en 7%.
De recreatieve visserij op het Belgisch deel van de Noordzee is hoofdzakelijk gericht op persoonlijke consumptie en is slechts in beperkte mate (zeebaars) gericht op catch & release. In buitenlandse wateren (voornamelijk Noorwegen met focus op kabeljauw) wordt het catch & release principe daarentegen wel veelvuldig toegepast.
De grootteorde van de recreatieve zeevissersgemeenschap wordt geraamd op 2.900 individuen, voor twee derde bestaande uit West-Vlamingen met een gemiddelde leeftijd van zo’n 56 jaar. De directe uitgaven van de sector worden geschat op minimum 8,6 miljoen euro op jaarbasis. De niet onbelangrijke indirecte en geïnduceerde economische waarden werden tot op heden nog niet in kaart gebracht.
Het huidige programma kadert binnen het Maatregelenprogramma van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (FOD Leefmilieu, Dienst Marien Milieu) en wordt naast deze laatste tevens financieel ondersteund door het Nationaal Dataverzamelingsprogramma (Vlaanderen), de provincie West-Vlaanderen en het VLIZ. Dit geeft de unieke mogelijkheid om recreatieve visvangsten gedurende meerdere jaren in kaart te brengen en op deze wijze eventuele trends te detecteren. De komende jaren zal hier dan ook verder op ingezet worden. Mede wordt beoogd om in de toekomst betere inzichten te verwerven in de vangsten gegenereerd binnen wedstrijdverband. Naast de vangst-gerelateerde dataverzameling vormt het verder in kaart brengen van de economisch meerwaarde (direct en indirect) van de sector een blijvend aandachtspunt.
Voor het volledige rapport, klik hier