Watervogels concentreren zich in de winterperiode over het algemeen in een beperkt aantal gebieden en habitats. Het gaat meestal om overzichtelijke gebieden waar de vogels gemakkelijk te tellen zijn. Zo kunnen elke winter door middel van integrale, gecoördineerde tellingen betrouwbare gegevens verzameld worden over de absolute populatiegrootte in Vlaanderen, numerieke trends en seizoenale verschuivingen in de verspreiding. Systematische watervogeltellingen zijn in Vlaanderen reeds gestart in 1967 en vormen daarmee het langstlopende vogelmonitoringproject in ons land. Aanvankelijk ging het om één enkele telling in januari die onderdeel uitmaakte van de International Waterfowl Census. Deze jaarlijkse internationale watervogeltelling werd georganiseerd door het toenmalige International Waterfowl Research Bureau (nu Wetlands International). Vanaf 1979/80 worden in Vlaanderen zes tellingen per winter georganiseerd (periode oktober-maart). Daarbij worden de laatste jaren ongeveer 450 tot 500 gebieden geteld. Voor het uitvoeren van de tellingen wordt beroep gedaan op ca. 400 amateur-veldornithologen. De coördinatie van de tellingen en het beheer van de gegevensbank is sinds 1986 in handen van het Instituut voor Natuurbehoud.
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy