Bioaccumulatiemodel voor microcontaminanten bij de gewone zeehond (Phoca vitulina) en bruinvis (Phocoena phocoena)
Weijs, L. (2007). Bioaccumulatiemodel voor microcontaminanten bij de gewone zeehond (Phoca vitulina) en bruinvis (Phocoena phocoena). MSc Thesis. Universiteit Antwerpen. Faculteit Wetenschappen: Antwerpen. 82 pp.
Is gerelateerd aan:Weijs, L. (2008). Bioaccumulatiemodel voor microcontaminanten bij de gewone zeehond ( Phoca vitulina) en bruinvis ( Phocoena phocoena), in: Mees, J. et al. (Ed.) VLIZ Young Scientists' Day, Brugge, Belgium, 29 February 2008: book of abstracts. VLIZ Special Publication, 40: pp. 82-84, meer
|
Beschikbaar in | Auteur |
|
Documenttype: Doctoraat/Thesis/Eindwerk
|
Trefwoorden |
Aquatic organisms > Marine organisms > Aquatic mammals > Marine mammals Biological phenomena > Accumulation > Bioaccumulation Chemical compounds > Organic compounds > Hydrocarbons > Unsaturated hydrocarbons > Aromatic hydrocarbons > PCB Environmental pollution Pollution > Chemical pollution Marien/Kust |
Abstract |
De afgelopen decennia hebben talrijke studies aangetoond dat microcontaminanten aanzienlijke concentraties kunnen bereiken in organismen die steeds hoger staan in de voedselketen. Dit kan teruggevonden worden bij gewone zeehonden (Phoca vitulina) en bruinvissen (Phocoena phocoena). Beide soorten staan aan de top van het Noordzeeecosysteem en accumuleren bijgevolg microcontaminanten, zoals zware metalen en persistente organische polluenten, in hun weefsels. Deze chemicaliën vertonen, door hun fysische en chemische eigenschappen, vaak een andere verspreiding, andere accumulatie-patronen en verschillende toxicologische werkingsmechanismen. Het opstapelen van contaminanten kan dan ook resulteren in effecten op meerdere systemen, waaronder het reproductief (Reijnders, 1986), het endocriene (Beineke et al., 2005) en het immuunsysteem (Ross et al., 1996). Bij gewone zeehonden en bruinvissen wordt de aanwezigheid van POP’s (Persistente Organische Polluenten), zoals PCB’s (polychloorbifenylverbindingen) al langer onderzocht, maar recent wordt er meer en meer aandacht gegeven aan het voorkomen en mogelijke effecten van PBDE’s (polybroomdifenylethers) bij deze dieren. |
|