Deze masterthesis richt zich op de optimalisatie van het hydraulisch transport van gebaggerde visceuze mengsels. Het energieproces van niet Newtoniaanse vloeistoffen, die verpompt worden over grote afstanden is een van de belangrijkste processen in de baggerwereld. De onderzochte mengsels bestaan uit granulaire en cohesieve materialen, zoals modder en zachte klei. De benodigde energie om de leidingsweerstand te trotseren hangt in grote mate af van de reologische karakteristieken van de verpompte mengsels. Een omvangrijke, diepgaande kennis van deze reologische parameters van de niet Newtoniaanse vloeistoffen is dan ook essentieel om het energieproces te optimaliseren. Daarom ligt de grootste focus van het onderzoek op het bepalen van deze reologische karakteristieken van de gebaggerde visceuze mengsels. Een experimentele studie, waarin de resultaten van roto-viscometer testen vergeleken worden met de resultaten van slumptesten voor verschillende visceuze mengsels, wordt voorafgegaan door een uitgebreide literatuurstudie, betreffende de verschillende bestaande meettechnieken. Het grote nadeel van de slumptest is dat deze enkel de bepaling van de statische bezwijkspanning levert. De roto-viscometer laat de bepaling van drie tot vijf (afhankelijk van het reologisch model) parameters toe om het reologisch gedrag van de materialen te beschrijven. In voorgaand onderzoek werd reeds een protocol opgesteld om de parameters van de evenwichtsvloeicurve te bepalen (beschrijving van de evenwichtstoestanden). Het hoofddoel van het onderzoek is om een beter inzicht te krijgen in de reologische karakteristieken van gebaggerde visceuze mengsels en de bepaling ervan. Deze masterthesis is uitgevoerd in samenwerking met en op aanvraag van DEME.
All data in the Integrated Marine Information System (IMIS) is subject to the VLIZ privacy policy
